De wonderbaarlijke magie van lucht en water

Terwijl er over het weer de laatste dagen veel wordt geschreven en de klimaatverandering voortdurend in het nieuws is en als een dreigende donderwolk in de lucht hangt, is het weer niet bepaald mijn favoriete gespreksonderwerp. Ik heb het weinig over het weer en als het toch gebeurt, ben ik er redelijk snel over uitgepraat. Je kunt wel eens een terloopse opmerking maken: ‘Lekker weertje.’ Of het tegenovergestelde als het weer zich van zijn slechtste kant laat zien en je beperkt in je mogelijkheden.

Toch houd ik eigenlijk best van het weer in al zijn verschillende verschijningsvormen en kan ik daar zeker ook de schoonheid van inzien. Zeker als dat prachtige wolkenluchten oplevert, zoals onlangs het geval was.

56848BCF-E33F-408C-A7EC-829E79CB6A88_1_201_a

Nat

Anders was het met onze weken die wij deze zomer in Frankrijk doorbrachten. Die waren best nat. Natter dan anders. Eigenlijk hebben we jarenlang niet zulk slecht weer gehad op de camping en in de aaneengesloten grijze wolkendekken viel weinig moois te ontdekken.

De filmpjes die wij van stortregens vanonder de tentluifel maakten, vinden we nu best grappig. We hebben alle buien overleefd en hadden ondanks alle heftige buien, blubber en wandelingen in regenjas een mooie vakantie. We verwonderden ons er zelfs over, dat we nog zo goed geluimd waren ondanks al het water dat we over ons heen kregen en het feit dat de paadjes voor onze tent in bijna onoverbrugbare plassen veranderden.

Vrijwillig

Alle opmerkingen van onze pubers lieten we al net zo gelaten over ons heen komen. Zij verklaarden ons voor gek dat we ervoor kozen om onze (in hun ogen) ongelooflijk weinige vakantiedagen vrijwillig door te brengen in nota bene een tént, met blubber voor de deur en met weinig hoopgevende weersvoorspellingen die we met moeite checkten, vanwege de immer slechte wifi op de camping. ‘Waarom gaan we niet nú terug en boeken we direct een vliegtuig naar Turkije? Daar is het tenminste droog en 40 graden.’ Maar wij bleven. En het werd later beter. Zomers, zelfs.

Museum

Het slechte weer had één voordeel, vond ik. Namelijk dat je wat eerder naar een museum gaat. De tweede dag van onze vakantie was al heel slecht weer voorspeld en omdat we nog in Noord-Frankrijk zaten, onder Lille, grepen we de kans aan om eindelijk eens naar Louvre Lens te gaan, een bijzonder gebouw in Lens met ruim tweehonderd kunstwerken uit het Louvre in Parijs. Je werd in deze galérie du temps als het ware door de eeuwen heen geloodst. Via de Egyptenaren en Grieken langs de Middeleeuwen en hup, daar stond je opeens volslagen onverwacht oog in oog met een Rembrandt, Titiaan, Vermeer of Tintoretto. Het gebouw (3000 m2) straalde rust uit en liet de kunstwerken op een serene manier bijzonder goed tot hun recht komen. Ze werden er alleen maar mooier van. Zo is regen helemaal niet zo erg.

Eugène Boudin

Eenmaal in Honfleur, aan de Normandische kust, scheen zelfs af en toe de zon. Maar toch regende het er vaker. We maakten daar kennis met de in die plaats geboren kunstenaar Eugène Boudin (1824-1898), aan wie een heel museum was gewijd. Later in de vakantie zag ik ook in Musée d’Orsay in Parijs enkele schilderijen van hem hangen, maar dat terzijde. Het museum in Honfleur heeft 112 van zijn werken, maar er hangt ook werk van zijn tijdgenoten, zoals Monet en Jongkind, die ook graag in het pittoreske havenstadje verbleven.

985BAE77-1701-4AD2-9B37-BECA793FB716_1_201_a

Bij Boudin zag ik dat je eigenlijk niet veel woorden hoeft vuil te maken aan het weer, maar dat het eigenlijk zoveel mooier is als je het weer kunt schilderen en vastleggen. Dat kon hij. Hij werd in zijn tijd niet voor niets de koning van de luchten genoemd. Boudin heeft, als een van de eerste kunstenaars die in de open lucht werkte, mooie zeegezichten geschilderd. Die lagen bij hem om de hoek als het ware voor het oprapen.

Etudes de ciel

Daarnaast hing in Musée Boudin ook zijn studie van luchten – wat mij betreft het hoogtepunt van het museum. Deze études de ciel zijn adembenemend mooi. Vanwege de kwetsbaarheid van het werk hingen er maar een paar aquarellen en pastels van wolkenluchten, in een vitrine met gedempt licht. Maar hij had er tientallen gemaakt. Luchten waren zijn passie en ook een inspiratiebron voor Charles Baudelaire, die er heel artikel aan wijdde. Hij schreef over hoe Boudin ‘de wonderbaarlijke magie van lucht en water’ vastlegde en had het over ‘ongrijpbare dampen’. Boudin hield het erbij dat hij zich het liefst bezig met dingen die ‘futiel’ leken.

Alles wat hij zich wenste was dreigende luchten boven zee, onweer, stapelwolken of vriendelijke schapenwolkjes vastleggen. Het was zijn belangrijkste thema en hij deed wat hij kon: het ongrijpbare grijpen.

'Barque dans l'estuaire' (vers 1854-1860) van Eugène Boudin. Pastel op papier, 16,1x21 cm. Musée Eugène Boudin. Donatie van Georges Spork (1934).
‘Barque dans l’estuaire’ (ongeveer 1854-1860) van Eugène Boudin. Pastel op papier, 16,1×21 cm. Musée Eugène Boudin. Donatie van Georges Spork (1934).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *