Ode aan de verbeelding

Aanslagen

CE62EB5F-8AAE-490F-8860-6EE4F0DE0EC3_1_201_aNaar aanleiding van mijn paar seconden roem in EenVandaag herlas ik het boek ‘Luister’ van Sacha Bronwasser en dacht ik weer aan de aanslagen in Parijs in het jaar dat ik daar als au pair zat (1985-1986). Ik wist wel dat dit gebeurde, zeker toen Printemps en Galeries Lafayette doelwit waren, de warenhuizen waar ik graag kwam. In ‘Luister’ las ik hoeveel aanslagen er dat jaar zijn geweest en hoeveel mensen zijn omgekomen. Veel meer dan ik wist. Zelf heb ik mij dat jaar geen moment bang gevoeld. Op mijn chambre de bonne had ik geen tv, internet moest nog worden uitgevonden en kranten las ik niet. Door het gebrek aan dagelijks nieuws leefde ik mijn leventje zonder angst in deze wereldstad. Ik herinner me nog wel het telefoontje van de oma van het gezin. Ik nam op en zij vroeg met haar zware tongval en Pools/Franse accent of Elizabeth (mijn ‘madame’) thuis was. En de kinderen? Ik antwoordde dat iedereen thuis was en vroeg wie ze wilde spreken. Nee, dat hoefde niet. Ze wist genoeg en hing op. Hoe anders is de wereld nu, nu het beeld overheerst en gevraagd en ongevraagd overal binnenkomt.

De pen

Door dit boek ben ik een paar seconden op tv en ik begrijp weer helemaal waarom ik ooit vol overtuiging heb gekozen voor de pen. De camera, daar moet je van houden. De camera, daarvoor moet je haar altijd goed zitten. De camera vangt alles van je. Mijn huisgenoten bekeken mij ook even door een camera. Moeder op tv, ach. Dat het over boeken gaat, maakt het al minder boeiend. Het hele item over de NS Publieksprijs kijken (“Twaalf minuten over boeken?!”) vergt ietwat te veel van twee van de drie jongens. Die ene minuut die moeder deelt met schrijfster Sacha Bronwasser gaat nog net. Hoe vind je het? “Prima”. Standaardantwoord dat een soort van goedkeuring behelst, gecombineerd met een lichte mate van desinteresse. In ieder geval dulden ze even aandacht te moeten besteden aan iets dat ver buiten hun belevingswereld ligt. Hoewel, de middelste houdt gelukkig wel van boeken. Daar ligt nog een kans.

De camera

1B1627B8-6388-41F7-807B-CCC072206ECF_1_201_aLater die avond kijken we naar de documentaire Like tears in rain over Rutger Hauer, die op een gegeven moment verklaarde: “Al vanaf het eerste moment dacht ik: En dit is mijn vriend.” Die vriend – dat was de camera. Daar speelde Rutger Hauer mee. Hij kroop erin, wist het beste uit zichzelf te halen met zijn blik tot diep in de lens. Alles gaat leven als hij poëzie declameert, als hij iets vertelt en de camera bijna opeet.

Ik zag de camera in handen van Roel Rekko, de professionele cameraman die samen met verslaggever Floris Prenger op bezoek was. De cameraman deed heel rustig en professioneel zijn werk. “Doe maar alsof ik onzichtbaar ben,” zei hij, toen ik gevraagd werd te gaan zitten. Maar ik zag natuurlijk alles wat hij deed en vooral dat intimiderende ding in zijn handen. Die camera dus, die je brengt naar je weet niet waar. Die je vangt en meeneemt naar onbekende bestemming.

Verkeerde been

Dat ik één keer voor de camera was gezwicht, komt door mijn nieuwsgierigheid én door mijn liefde voor het boek. Het onderwerp was ‘de vijftien best verkochte boeken van 2023-2024’. EenVandaag had me daarmee op het verkeerde been gezet; het ging er namelijk helemaal niet over. Wel over de zes genomineerde boeken voor de NS Publieksprijs. Ik snap dat ze die nominatie geheim moesten houden, omdat de bekendmaking pas tijdens de uitzending was. Ik wist dus niet dat mijn paar seconden werden afgewisseld met de schrijfster zelf. Evenmin welke uitspraken van mij ze zouden gebruiken en ook niet dat het zó weinig zou zijn. Ik had natuurlijk veel meer verteld. Bijvoorbeeld dat het in “Luister’ van Sacha Bronwasser behalve over au pairs in Parijs ook gaat over kijken en zien. Over fotografie en kunst. Hoe bijzonder het is dat een boek dat veel over kijken gaat, ‘Luister’ heet en dat je die titel pas aan het eind van het boek begrijpt. Eruit geknipt.

Verbeelding

Ik voelde al vroeg aan dat ik met de pen zelf alles onder controle houd. Die pen gebruik je achter je bureau, aan de keukentafel of onderweg. Het mooiste van het geschreven woord vind ik nog altijd het beeld dat niet via je ogen binnenkomt. Het is de verbeelding. De letters vormen woorden. De woorden worden zinnen en die nestelen zich in je eigen gedachten en maken een beeld. Je geeft ze zelf vorm aan wat je leest. Dat blijft toch het wonder van het geschreven woord.

Iets in die richting zei ik ook op tv. Precies dat ene stukje dat er niet uit is geknipt.

Mijn televisiedebuut terugkijken?

Dat kan hier (‘mijn’ stukje begint vanaf ongeveer 7.45 min.)

2 gedachten over “Ode aan de verbeelding

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *