Met krakende hersens de toetsweek door

De planning voor de toetsweek.
De planning voor de toetsweek.

Planning

We zitten midden in de toetsweek. We – dat zijn zoon 1, 2 en ik. Hoewel ik geen enkel proefwerk hoef te maken, sleurt die hele toetsweek me toch aardig mee. Zoon 3 geniet nog van zijn onmetelijke vrijheid op de basisschool en kan ’s middags gewoon varen, suppen of zwemmen in de ringvaart voor ons huis. Of gamen, natuurlijk. De andere twee zitten binnen. Ver voor de toetsweek had zoon 2 al heel opgewekt een planning gemaakt. Die hangt op de koelkast en ik vraag me af of hij daar nog naar heeft gekeken. Niet, volgens mij. Groene stipjes die hij bij bepaalde vakken heeft gezet, betekenen dat hij die ook nog kan doen als hij tijd over heeft. Is niet gebeurd. Hij heeft zelfs op enkele dagen blauwe stippen gezet. Dat betekent: geen iPad. Is niet gelukt. De goede wil straalt van die planning af, en dat is al heel wat.

Ik hoor vooral veel lijdzaam gezucht en zie dat ze regelmatig uitvluchten zoeken om maar even niet te hoeven leren.

‘O, ik heb hier zo geen zin in. En ik moet ook al zó vroeg op.’

‘Mam, ik neem even pauze hoor.’

‘Wacht, ik moet effe appen.’

Ze hebben het vooral ‘heel zwaar’: ‘Mam, hoor je het kraken?’ vraagt zoon 1. ‘Ja, ik hoor het. Je hersenen, toch?’

Vertrouwen

Als zoon 2 zegt dat hij vast en zeker een onvoldoende gaat halen, monter ik hem op: ‘Joh, je staat er hartstikke goed voor. Je moet gewoon vertrouwen hebben in jezelf.’ Waarop hij zegt: ‘Ja, ik heb wel vertrouwen in mezelf, maar niet in die toets.’

Mijn taak voor en tijdens deze toetsweek is vooral ‘beschikbaar’ zijn. Ik ben er voor zowel het aanhoren van klaagzangen, vragen, als woorden opzoeken, uitleggen en het opbeuren van moe kijkende en zuchtende jongens. Mijn luisterend oor helpt zienderogen, want ze vinden het prettig om te ventileren wat ze allemaal nog moeten doen, welke vakken ze al onder de knie hebben en waarvoor ze nog heel veel, echt ontzéttend veel moeten doen. Door hun moeder lastig te vallen met informatie over al dan niet tot zich genomen paragrafen en rijtjes woorden, weten zij weer waar ze staan en wat ze ‘onder controle’ hebben. Ik help ze verder vooral met geschiedenis en aardrijkskunde, twee vakken waarvoor ze dankzij hun tweetalige school veel in het Engels moeten lezen. Zoon 2 heeft er een speciaal schrift voor gepakt, waar hij alles in opschrijft wat hij moet onthouden. ‘Toetweek’ heeft hij erop geschreven. En zo zit ik regelmatig gebogen over boeken met ezelsoren, waar de kaften alweer bijna vanaf gescheurd zijn. Over twee weken mogen ze de studieboeken weer inleveren, maar eerst moeten ze de inhoud nog absorberen. Over vulkanen, de waterkringloop, tsunami’s, overstromingen, watermanagement et cetera.

Geschiedenis

De toetsen geschiedenis vind ik het leukst om met ze door te nemen. Ik wel. Nu weet ik weer alles over hoe de ontdekkingsreizigers de wereld over gingen, nadat de humanisten hadden geconstateerd dat de aarde niet plat maar rond was. Zoon 1 schrijft de belangrijkste keywords op (klacht: ‘Mijn hand breekt bijna af’) en wat hij verder moet onthouden van de laatste paragraaf. Ondertussen lees ik verder in zijn boek. Ik wil graag weten hoe het verder gaat met die Amerikaanse kolonisatie. ‘Wat doe je nou? Dit was de laatste paragraaf die we moesten doen. Zit je nou vrijwillig de volgende paragraaf te lezen? Dat doe je toch niet?!’ Ik zeg dat ik het interessant vind, waarop ik wat minachtend gesnuif hoor. Daar begrijpt hij dus echt niks van en hij schrijft onverstoorbaar verder.

Als hij ’s avonds voor de televisie wil chillen, vallen we midden in een talkshow die gaat over racisme. Hij legt de link met het superioriteitsdenken van de Europeanen uit de tijd van de kolonisatie en roept: ‘Denk ik net even uit te rusten, gaat het alweer over mijn toets geschiedenis!’

Ik zeg het bijzonder te vinden, dat alles wat hij net geleerd heeft en zo lang geleden lijkt, nog steeds van invloed is op nu. Dat dat allemaal nog steeds doorwerkt. Maar hij heeft er genoeg van: ‘Mijn brein wil slapen.’

Romans

Ik vraag me ondertussen af waar mijn geschiedenislessen op de middelbare school over gingen. Ik herinner me wel het kaftpapier maar niet de inhoud van mijn geschiedenisboek. En ook zie ik de boomlange docent nog zo zitten, achteroverleunend in zijn stoel voor de klas, meestal met de vingertoppen van beide handen tegen elkaar. Geen idee waar hij het over had.

Alles wat ik van geschiedenis weet, heb ik voornamelijk opgestoken dankzij het lezen van romans. Terwijl we de paragraaf lezen over de kolonisatie van Indonesië en hoe de Nederlanders Indië bestuurden, denk ik veel terug aan ‘De heren van de thee’ van Hella Haasse. Al is het lang geleden dat ik dat boek las, de sfeer kan ik nog zo voelen. En zo zijn er meer boeken die weer in mijn gedachten komen bij het doornemen van mijn zoons geschiedenisboek. ‘Schorshuiden’ van Annie Proulx (over de kolonisten van Amerika en de vele wouden die zij hebben gekapt), ‘Het hart van alle dingen’ van Elizabeth Gilbert.

Ik zou bijna tegen ze zeggen: ‘Lees die boeken. Je kunt ze zo uit de boekenkast pakken. Wat een rijkdom!’ Maar boeken? Ze kunnen niet wachten tot ze hun stapeltje weer mogen inleveren en eindelijk hun jongste broer in het water achterna kunnen springen.

WhatsApp Image 2020-06-16 at 15.59.11

*

Mooi verhaal? Deel het met je vrienden!

 

3 gedachten over “Met krakende hersens de toetsweek door

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *