
Stom
De derde ‘corona-week’ is bijna voorbij. Het nieuwe is er een beetje af en ook het ‘vakantiegevoel’ van half maart is aardig verdampt. ‘Quarantaine is saai’, vindt zoon 2 begin deze week. ‘Ik verveel me,’ hoor ik nu ook voor het eerst. En dat is nog vóór de persconferentie van dinsdag, waarin ‘het land’ wordt meegedeeld dat deze hele toestand tot en met de meivakantie gaat duren. ‘Wat vinden jullie van die nieuwe aankondigingen?’ vraag ik, na de persconferentie.
‘Stom. Heel erg stom,’ luidt het eensgezind.
Lezen
En dan moeten de jongens ook nog meer lezen voor school. Terwijl ik niets liever doe dan lezen, klagen zij voornamelijk over dit huiswerk. ‘Ja, jij kan je boek zelf uitkiezen, maar ik moet dit lezen.’ En bij ‘dit’ kijkt zoon 1 heel vies en wijst hij naar zijn boek.
‘Ik moet vandaag tot bladzijde 68 lezen.’
‘Eitje’, zeg ik.
‘Niet te doen,’ is zijn antwoord. ‘Ik ben pas op bladzijde 33! En het is zó saai.’ Ja, op die bladzijden beweegt niks. Elk willekeurig scherm is natuurlijk boeiender.
Zoon 2 krijgt ook een lijstje boeken, waarvan hij er één moet kiezen. Dat boek bestel ik maar, want de bibliotheek is dicht en het boek is niet beschikbaar als e-book. Misschien wakker ik zo nog wat boekenliefde aan.
De bibliobus
Het verhaal over de bibliobus heb ik de jongens al eens verteld en herhaal ik maar niet. Ze zullen niet begrijpen dat ik er vroeger alles aan deed om deze bus, die eens per week in ons dorp kwam, niet te missen. Ik wilde zó graag boeken lenen. Het probleem was, dat er maar weinig kinderboeken waren. Een paar plankjes achterin de bus en op den duur had ik alle boeken wel gelezen. Die liefde voor lezen zit kennelijk niet in mijn genen, want hier thuis kennen de jongens dit fenomeen nauwelijks. En toch moeten ze. Alle drie. Ze stellen het lezen bij voorkeur uit. Tot ’s avonds. Om daarmee het slapen weer uit te stellen.
Van A tot Z
Schrijven is ook zo iets. Ik vind het heerlijk om te doen, maar ook een mooi en leesbaar handschrift is bij hen niet prioriteit nummer 1. Dus ik vind het prima als de jongste zoon een schrijfopdracht heeft en een heel A-4tje vol woorden van A tot Z moet overschrijven. Zeg maar overtrekken, waar hij zuchtend aan begint. Een goede oefening, want met dat overtrekken is hanenpoten maken uitgesloten. Hij leest de woorden terug en merkt dan op: ‘’Bij de C hebben ze niet eens Corona gezet.’
Thuisonderwijs
Op straat zie ik het gezin voorbij rennen, dat ‘sinds corona’ elke dag hardloopt. Knap. Zelf ga ik boodschappen doen en kom een buurvrouw tegen. Ze staat samen met haar twee zoons voor het huis. ‘Houden jullie het een beetje vol, jongens?’ vraag ik. De zoons halen hun schouders op en zeggen dat het wel goed gaat. Maar de buurvrouw zegt: ‘Nou, ik ben nu wel helemaal klaar met dat thuisonderwijs.’ Waarop haar zoontje zegt: ‘Ja, maar jij wordt ook steeds boos.’
‘Omdat ik alles drie keer uitleg en jij dan nog steeds niet luistert. Echt, om gek van te worden. En bovendien houd ik helemaal nergens anders tijd voor over! Van mij mag school heel snel weer beginnen.’
Oefeningen
Deze jongens missen school niet, maar het sporten des te meer. Ze doen daarom oefeningen thuis. Wij ook. De band met mijn vriend de hometrainer wordt steeds inniger. En de jongens doen ’s ochtends de ochtendgymnastiek of volgen trainingen via live streams. Ze doen filmpjes van hun gymleraar na, waarin deze met zijn voeten vijf wc-rollen verplaatst en zo aan zijn 6-pack werkt. ’s Avonds vliegen de reclameblokken van een film voorbij, dankzij de vele buikspieroefeningen, het planken en de eindeloze series push-ups.
Tijdens al die oefeningen krijgt zoon 1 opeens ‘een briljant idee’: ‘Als ze 6VWO zonder examens laten slagen, dan is toch wel het minste wat ze kunnen doen dat wij ook gratis overgaan?’
Briljant, inderdaad. ‘Maar laten we maar afwachten. Tot na corona.’ Wanneer dat ook zal zijn.