Fortnite

20181109_121751

Brugklas

De jongens worden groter. Zoon 1 zit inmiddels op de middelbare school en na nauwelijks een paar maanden brugklas is ‘Ik heb geen leven!’ een gevleugelde uitspraak van hem, die vooral tijdens zijn huiswerk te horen is. Hoewel hij zijn nieuwe school best leuk vindt, en dan vooral de kantine. Zoon 2 zit in groep 8 en heeft ter voorbereiding op datzelfde onmenselijke bestaan ook af en toe wat huiswerk. Om alvast te wennen. Hij moet vooral nog leren plannen, met als gevolg dat hij meestal ’s ochtends vroeg zuchtend aan de keukentafel zit: ‘Ik snap nog steeds niet waarom ik dit moet doen. Ik kan dit al. Ze beroven je gewoon van je vrije tijd.’

Ze denken dat je pas een mooi leven hebt als je klaar bent met school: ‘Mam, als wij op school zitten, zit jij toch met een kopje koffie de krant te lezen? Met een pianomuziekje erbij?’

Ik probeer uit te leggen dat ik daar overdag nooit tijd voor heb. Teveel te doen in dit mannengezin, met mijn freelance-opdrachten als tekstschrijver die daar allemaal dwars doorheen lopen. Maar dat willen ze domweg niet geloven.

X-Box

Hun prachtige leven begint als ze klaar zijn met huiswerk en sporten en eindelijk de X-Box aan kan. Want Fortnite is hun favoriete tijdverdrijf. Als ze het spelen, luister ik ongewild mee met wereldvreemde conversaties. Zij roepen woorden die ik niet kende, toen ik zo oud was.

Zoon 1: ‘Ik heb echt een enorm probleem. 1 hp namelijk. Wacht, enemy! Ik heb nu al twee mensen knocked, alleen… Let op, hier zitten enemies. Help, nu! Letterlijk nu!’

Zoon2: ‘Achter je, achter je!’

Zoon 1: ‘Ik had hem al knocked.’

Zoon 2: ‘Ik moet twee andere skills hebben.’

Controller

Ik hoor voor de zoveelste keer schietgeluiden en het driftige bewegen van de knopjes van de controller.

Zoon 3 gaat er gezellig bij zitten en adviseert: ‘Je moet een nieuwe resource!’ Wat?! Kraamt hij met zijn nauwelijks tien jaar ook al zulke Engelse onzin uit?

Zoon 1: ‘Effe niet killen. Ga weg, dit is mijn lute. Ja, het enige wat ik doe is resources pakken.’

Stilte. Ik ga even kijken en zie een man met een pompoenhoofd door een soort buitenaards landschap rennen. ‘Pompoenhoofd? Nee, dat is een skin, mam.’

Getik, geschiet en dan opeens geschreeuw – geen flauw idee waarom: ‘Holy!!! Ik ga wel steeds pushen.’

Zoon 2: ‘Hoe kun je hem nou daarvan af schieten! Waar ben je?’

Zoon 1: ‘Wacht, ik moet naar de wc. Niet killen.’

Hout hakken

Zoon 1 rent weg. Als hij weer terug komt, pakt hij snel weer zijn controller: ‘Luten! Je moet luten. Ik zal even wat hout hakken en zo. Stop even, ik heb hout nodig. Waar ben je?’

Zoon 2: ‘Ik sta voor je.’

Zoon 1: ‘O. Ik kan even niet switchen van items, dus ik ben even pickaxe man.’

Weer is het even stil op de bank, gevolgd door plotselinge, enorme opwinding: ‘Sukkel! Wat doe je? Ja, nu ben ik dood.’

Zucht. Stilte. Teleurstelling. Maar ze dragen hun nederlaag heldhaftig en zijn alweer positief gestemd, want er is altijd weer hoop op de volgende overwinning: ‘Mam, mogen we nog een potje?’

Nog een potje? Nee! Aan tafel! Nu!

Tijdens het eten vraag ik ze wat over het spel. Als ik er in het wilde weg wat termen uitgooi die ik de laatste maanden aan heb moeten horen, zegt zoon 2: ‘Voor een moeder weet jij eigenlijk best veel van Fortnite.’

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *