
Trends
Bijna nooit sta ik vooraan bij rages, trends, modeverschijnselen of dingen die opeens zomaar uit de lucht komen vallen en op onverklaarbare wijze in zwang raken. Ik heb nooit flippo’s gespaard, ik koop nooit die ene tas of een bepaald soort schoenen waar iedereen op loopt. Niet uit dédain, niet omdat ik anders wil zijn, maar gewoon omdat ik daar geen neus voor heb. En er bovendien de lol niet van in zie.
Mijn zoons hebben er ook (nog) niet echt een neus voor en als ze ergens aan mee willen doen, komen ze er vaak laat mee aanzetten. Mooie genen. Dan willen ze opeens een voetbalalbum of dierenalbum vullen met plaatjes, terwijl de actie van de supermarkt al halverwege is. Dan moet je nog even razendsnel boodschappen doen om het album compleet te krijgen. En de rest maar bij elkaar zien te ruilen. Daar zijn ze inmiddels wel aardig bedreven in.
Pokémon
Ikzelf heb geen woord gerept over Pokémon Go. Natuurlijk omdat ik er zelf niets van wist en het me verder totaal niet interesseerde. Maar na de vakantie, toen de landelijke hausse al achter de rug en Kijkduin volgens mij al totaal plat getrapt was, wilden ze de app opeens ook. En hoewel ze jaloers kijken naar klasgenootjes die al een mobiel hebben en er af en toe ook om zeuren of zeggen ervoor te sparen, schikken ze zich in hun mobielloze lot. Maar als je dan Pokémon Go wilt spelen, nadat je vriendje heeft uitgelegd hoe het werkt en jij ziet hoe leuk het is, moet je je moeder wel heel lief aankijken. Want hoe krijg je haar anders zover dat ze die app op haar mobiel zet en dat jij dan met die mobiel aan de wandel mag?
Snorlax
Omdat ik niet altijd de nee-zeggende moeder wil uithangen, downloadde ik het spel maar. Ik keek wel raar op, toen ik steeds vaker na het eten het verzoek kreeg om even te gaan wandelen. ‘Ben je ziek of zo?’ vroeg ik dan. ‘Mahaam, Pokémon gohooooo.’ Oké. En dan wandelden we steeds naar dezelfde plek om Pokémon balls te scoren. En van daaruit naar een gym, om… ja wat ook alweer? ‘Mam, het interesseert je echt niets, hè?’ Ik voelde me betrapt, deed mijn best om alles te onthouden en enthousiast te zijn als hij eh… hoe heet hij ook alweer… Snorlax had gescoord. Dat moest ik dan ook even appen naar (de moeder van) zijn vriendje. Toch genoot ik wel van de wandelingen, ondanks het grote aantal pitstops. Als zoonlief uit zichzelf na school het halve park door wil wandelen, heb je dat er wel voor over.
Pitstops
Het werd herfstvakantie en we voeren naar Terschelling. Zouden er ook Pokémons op het eiland zijn? Nou en of! Dat trof, want zo wilde hij ook nog wel het halve eiland met mij rondfietsen. Met pitstops uiteraard, zodat ik van de wolkenluchten kon genieten. En met af en toen een andere route, want ja, als je links iets kan vangen, dan fiets je natuurlijk niet rechtdoor.
Alles goed en wel. Tot vandaag. Hij ging een hond van een lieve kennis uitlaten en nam mijn mobiel weer mee, want hij kwam toch langs de ‘gym’ bij de camping. Hij had de hondenriem in de ene hand, een tak in de andere hand. De hond sprong naar de tak omhoog en mijn mobiel viel omlaag. Zoon berouwvol, moviwl naar de knoppen. Ik kon geen telefoontje opnemen. Ik probeerde nog te swipen over het schermpje, met als enige resultaat glassplinters in mijn vingers. Pokémon, go!
Het vreemde van het feit dat je even in een mobiel vacuüm verkeert, is dat je je opeens realiseert wat je allemaal regelt en doet met zo’n ding. En hoe lastig het leven zonder opeens lijkt. Er komt wel een oplossing. Vast. Voorlopig kijk ik nog even liever naar de dramatische wolkenluchten dan naar een touchscreen.

heel erg leuk