Blog 18

Avondvierdaagse

Deze week is de avondvierdaagse. Dat betekent vier dagen lang stress tussen vijf en zes. Om vijf uur moeten we al eten en om zes uur start de wandeling. Joris loopt met W. en zijn vriendje de 5 km, Bart en David doen met 10 km het zwaardere werk. De kunst is te blijven lachen in die menigte van andere gestreste ouders, opgewonden en kwijtgeraakte kinderen, zwaaiende vlaggen, plakkende bekers limonade en dreigende onweersluchten. En daar tussendoor lopen kinderen met mobiele speakers, met dreunende muziek. Het vriendje (7) van Joris vat het bondig samen: ‘Wat een gedoe, die avondvierdaagse.’

Moppenboek

We lopen gewoon achter de vlag van onze school aan. In een lange colonne wandelaars. En als je eenmaal wandelt, valt het best mee. Kun je genieten van de omgeving die je zonder vierdaagse nooit had gezien. Van de mooie luchten, de architectuur etc.  Alleen, waar is Bart nou? Lopen hij en zijn vrienden nou voor of achter ons? Geen idee. Wachten heeft geen zin, want als hij toevallig wel voor ons loopt, vinden we hem gegarandeerd nooit. David en ik lopen dan maar gestaag door. ‘Hoe lang duurt het nog?’ vraagt David om de tien minuten. ‘Hoe vaker je dat vraagt, hoe langer het duurt,’ is mijn dodelijke antwoord. ‘Weet je wat je gewoon moet doen? Verstand op nul, blik op oneindig.’ Hij kijkt me verbaasd aan en vertaalt: ‘Dus gewoon een beetje dom lopen?’ Precies. ‘Nou, ik vind het maar saai. Morgen moeten we echt een moppenboek meenemen,’ zegt hij. ‘Weet jij nog een mop?’

Spaans

David blijft zoeken naar zijn broer, want met hem en diens vrienden valt er tenminste wat te beleven. Nu loopt hij maar alleen met zijn moeder langs het IJ te babbelen. De lieverd zegt dat hij dat ‘best wel’ leuk vindt. Uit verveling probeert hij iets in het Engels te zeggen. ‘I speak not English.’ Ik zeg dat ik wel Engels spreek, maar geen Spaans. ‘Weet je wat ik in het Spaans kan zeggen? Lo siente que no hablo Espagñol.’ Hij kijkt me verbaasd aan, dat ik even zo Spaans ratel. Dat had hij niet gedacht! Als hij hoort dat ik zeg dat het me spijt dat ik geen Spaans praat, vindt hij het een goeie mop. Wandelen is saai, maar je hebt wel een goeie Spaanse mop!

Water

Het hele Java-eiland lopen we rond. Ik wijs hem op oude pakhuizen langs ’t IJ, op bruggetjes, op de plekken waar we met Sail ook waren. En zo komen we weer wat kilometers verder. Het wordt ook wat rustiger op de weg, dus kunnen we ook doorstappen. Zodat we er nog eerder zijn. Minder wandelaars, minder groepjes heen en weer lopende kinderen, die met draagbare boxen de stilte verstoren.

Na ongeveer acht km zien we opeens Bart en zijn vrienden lopen. Allemaal kinderen uit zijn klas die vermoeid kijken, maar stug doorgaan. Hij lijkt blij me te zien. Al gauw wordt duidelijk waarom: ‘Jij hebt toch water? En snoep?’ Hij drinkt het flesje leeg en heeft weer energie.

Eenmaal thuis stellen ze een vraag die we zelden horen: ’Mogen we naar bed?’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *